DESTEP-analyse van de externe omgeving | Met voorbeelden (2024)

Voor het bedrijf: LUXFOOD voor luxe baby-voedingsproducten in Amsterdam
Doel: Om inzicht te krijgen in een mogelijke nieuwe vestiging van LUXFOOD in Amsterdam wordt gekeken naar de demografische factoren van deze gemeente.

De schatting is dat het inwoneraantal van Amsterdam sterk groeit van 872.779 inwoners in 2020 tot 1 miljoen inwoners in 2032 (Het Parool, 2019). De grootste leeftijdsgroep in Amsterdam is 25 tot 45 jaar oud (CBS, 2020). Daarna volgen de 45- tot 65-jarigen en hierna kinderen van 0 tot 15 jaar. Daarnaast werden in 2018 per 1000 Amsterdamse inwoners gemiddeld 12,4 kinderen geboren en de gemiddelde leeftijd van de moeders was 31,1 jaar (CBS, 2020). Het gemiddeld kindertal per vrouw is in deze gemeente 1,36 en ligt daarmee gemiddeld lager dan in de rest van Nederland. Echter, het besteedbaar inkomen van Amsterdammers ligt in vergelijking tot de rest van de gemeenten in de provincie Noord-Holland redelijk hoog.

Met name in de volgende buurten zijn de inkomens gemiddeld hoog tot erg hoog en zijn in de afgelopen jaren veel kinderen geboren: … Et cetera.

Voor het bedrijf: Theatergezelschap de Arkaïst
Doel: Om inzicht te krijgen in de mogelijkheden van het theatergezelschap voor producties in 2021 op basis van economische factoren.

Op 8 april schreef het Financieel Dagblad (2020) dat zolang er geen vaccin gevonden is tegen COVID-19 het economisch koffiedik kijken blijft met betrekking tot economisch herstel in de toekomst. Toch verwacht economist Phlippen (2020) van de ABN AMRO dat begin 2021 een “stevige opleving van de wereldeconomie” zal volgen en daarmee ook van de Nederlandse economie. Dit betekent dat de huidige geslonken koopkracht zal toenemen, hoewel tegelijkertijd ook sprake zal zijn van een zwakkere loonontwikkeling (ING economisch bureau, 2020). Ook wordt geschat dat de werkloosheid blijft toenemen (ING economisch bureau 2020). Daarnaast zal de Nederlandse economie weer in een dip raken als het coronavirus in de herfst opnieuw opduikt, doordat dan wederom coronamaatregelen zullen worden getroffen, zoals het verbieden van evenementen en sluiten van horecagelegenheden, musea en theaters.

Met de huidige steun van de overheid en de kredietmogelijkheden voor de culturele sector kunnen veel theatergezelschappen blijven bestaan. Echter, de Vereniging Vrije Theater Producenten heeft de overheid er ook op gewezen dat de kredieten niet voldoende zijn om grote producties te financieren. Daarnaast hebben veel zzp’ers en kunstenaars hun inkomen verloren door de coronacrisis. Meerdere personen uit de culturele sector hebben dan ook al aangegeven dat zij in deze tijden van economische onzekerheid ook kijken naar andere carrièremogelijkheden om een inkomen te genereren. … Et cetera.

Voor het bedrijf: Middelbare School het Atrium
Doel: Inzicht krijgen in de sociaal-culturele factoren die een impact hebben op de leerlingen van het Atrium tijdens het huiswerk maken en thuis leren.

Het Atrium bevindt zich in de Schildersbuurt in de stad Den Haag en 80% van de leerlingen die op deze school zitten komt dan ook uit deze wijk. In de Schildersbuurt heeft meer dan 90% van de bevolking een migratieachtergrond (denhaag.incijfers.nl, 2020). De meerderheid van de inwoners is van Turkse (30,3%) of Marokkaanse afkomst (28,2%) (Raadsinformatie, Revis, 2019). In deze families zorgen mensen goed voor elkaar en vangen ze elkaar goed op.

Echter, de taal- en onderwijsachterstand in de wijk is aanzienlijk. Zo heeft 45,6% van de bewoners een laag opleidingsniveau zonder startkwalificatie, in vergelijking met het gemiddelde van 27,5% in Den Haag. Het percentage vroegtijdige schoolverlaters is hierdoor met 3,2% een half procent hoger dan het Haags gemiddelde (2,7%) (Raadsinformatie, Revis, 2019). Het opleidingsniveau sluit daarnaast onvoldoende aan op de arbeidsmarkt en (jeugd)werkloosheid is relatief hoog.

Het is daardoor waarschijnlijk dat de omgeving van de leerlingen hen niet sterk stimuleert om huiswerk te maken en thuis te leren. De gemeente voorziet de buurt daarom van taallessen, opvoedingsondersteuning, gezondheidsbevordering, maatschappelijke activering, huiswerkbegeleiding en cultuur. Dit gebeurt in zogenoemde Brede Buurtzones waar verschillende organisaties nauwer samenwerken voor kinderen, jongeren en volwassenen (Raadsinformatie, Revis, 2019). … Et cetera.

Voor het bedrijf: Prothese-productiebedrijf Maatwerk
Doel: Inzicht krijgen in technologische factoren die kunnen bijdragen aan een effectievere en goedkopere productie van onderdelen A en B.

Tijdens de Consumer Electronics Show (CES) van 2018 werden de nieuwste innovaties gepresenteerd, zoals hybride 3D-printen en ook 5D-printen (CES, 2018). De technologie met betrekking tot het 3D-printen ontwikkelt zich in een razendsnel tempo en met name 3D-metaalprinters worden vaker verkocht. Zo ligt het jaarlijkse groeipercentage van dergelijke printers op 80% (Emerce, 2019).

Ook in de medische wereld wordt toenemend gebruikgemaakt van nieuwe 3D-toepassingen. Veel binnen- en buitenlandse concurrenten van productiebedrijf Maatwerk werken dan ook al een aantal jaar met 3D-toepassingen (Emerce, 2019). Zo kunnen 3D-printers gebruikt worden om protheses te maken, maar ook voor kunstribben of een kunstknie. Hierdoor kunnen protheses niet alleen sneller, maar ook goedkoper geproduceerd worden.

Ook nieuwe communicatietechnologieën hebben een invloed op de wijze waarop prothese-productiebedrijven te werk kunnen gaan. Zo spelen communicatietools voor management en communicatie als Asana en Slack een steeds grotere rol in de werkverdeling en effectiviteit. … Et cetera.

Voor het bedrijf: Bambooboos
Doel: Inzicht krijgen in ecologische factoren omtrent de duurzaamheid van bamboeproducten en ecologische ontwerpeisen om een adviesplan op te stellen om nog duurzamere bamboeproducten te creëren.

Doordat bamboe snel groeit en daardoor vaak geoogst kan worden, wordt het over het algemeen gezien als ecologisch verantwoord productiemateriaal. Echter, op de West-Europese markt worden verschillende bamboeproducten verkocht met een verschillende mate van bewerking en daardoor zeer verschillende materiaaleigenschappen (Farid & Van Benthem, 2019). De bamboestam kan bijvoorbeeld met weinig bewerkingen toegepast worden in constructies of als decoratie, maar onbewerkte bamboe is niet duurzaam omdat dit materiaal snel splintert.
Ook door de verschillende bewerkingsmethoden die gebruikt kunnen worden is bamboe niet vanzelfsprekend een ecologisch duurzaam product. Alleen wanneer een bamboeproducent een productiemethode inzet die relatief weinig milieubelastend is en de bamboe afkomstig is uit aantoonbaar goed beheerde bamboebossen of -plantages, kan de producent en ontwerper zich daarmee onderscheiden. Dit kan vervolgens aantoonbaar worden gemaakt met behulp van de huidige certificeringsystemen.

Wat betreft de ecologische ontwerpeisen van bamboeproducten is het ten eerste van belang dat het materiaal biologisch afbreekbaar is. … Et cetera.

Voor de overkoepelende organisatie: Rijschool Gee & Theo van ‘t Hart
Doel: Inzicht krijgen in de politiek-juridische factoren door te kijken naar de geldende wetten en richtlijnen voor kleine ondernemers en rij-instructeurs.

Sinds 1 januari 2020 is de kleineondernemersregeling (KOR) gemoderniseerd. Dit houdt in dat ondernemers in Nederland met een omzet van maximaal €20.000,- kunnen kiezen voor een vrijstelling van omzetbelasting. Zij hoeven dan geen btw in rekening te brengen aan hun afnemers en mogen dit ook niet meer vermelden op hun rekeningen. Bovendien hoeven ze geen btw-aangiften te doen en zijn ze vrijgesteld van administratieve verplichtingen die hierbij horen. Ze kunnen dan echter niet meer de btw die andere ondernemers bij hen in rekening brengen aftrekken van de belasting.

Daarnaast is het sinds 1 april 2020 verplicht voor rij-instructeurs om een verklaring omtrent gedrag (VOG) te laten zien wanneer zij rij-instructeur willen worden of hun lesbevoegdheid willen verlengen. Zowel rij-instructeurs als rijschoolhouders dienen hiermee rekening te houden. Ook zijn sinds 1 april 2020 de beroepseisen van rij-instructeurs aangepast met de wijziging van de Wet Rijonderricht Motorrijtuigen (WRM) 1993. Dit houdt in dat rij-instructeurs binnen de vijfjaarlijkse bijscholingsverplichting eenvoudiger kunnen voldoen aan de praktijkbeoordeling, omdat voor deze beoordeling slechts één voldoende eerste praktijkbeoordeling zal volstaan.

Daarbij komt dat indien een rij-instructeur aan de voorwaarden voldoet, maar de praktijkbegeleiding na twee herkansingen nog steeds onvoldoende is, de rij-instructeur niet de WRM-bevoegdheid verliest. De bevoegdheid zal daarentegen met 6 maanden worden verlengd, waarna de rijschool 8 weken heeft om een vervangende rij-instructeur te regelen. De rij-instructeur die tweemaal een onvoldoende heeft gehaald kan een volledig herintrederstraject volgen. Wanneer dit met een voldoende wordt afgerond, krijgt de rij-instructeur weer een geldige bevoegdheid voor 5 jaar. … Et cetera.